Over magie gesproken. Of een luwte waar je je ongestraft in kunt laten vallen. Over de rust door op te gaan in een bijenkorf van veel grote mensen en ongeveer evenveel kinderen. De rust die de zoemende bijenkorf geeft.
Ik had nooit gedacht dat ik in een groep van zo’n dertig mensen ontspanning zou kunnen vinden. Nu zou élke andere groep van dertig mijn kaken opeen doen klemmen, kiezen knarsen, schouders tot mijn oren laten rijzen, vuisten ballen en mijzelf instinctief onder mijn dekbed laten verdwijnen, vroeger en later, want groepen zijn killing. Bij een vriend(in) de kamer binnen lopen, vol visite, de blikken, of, erger nog, geen blikken, van onbekenden of vage kennissen omdat we elkaar al jaren op dezelfde verjaardag tegenkomen. Het gestuntel met ‘hoi’ en ‘ja doe maar koffie’ omdat je nog geen wijn durft te vragen, een jas onhandig onder je arm, in je andere hand een Albert Heijn tas met het slordig ingepakte cadeautje erin, en dan de kring rond om handen te schudden waardoor je voortdurend de grip op je jas verliest en deze zielloos onder je arm wegglijdt.
Bij het uitladen van de auto vervangen blote voeten die de dauw in het gras zoeken mijn knarsende kiezen. Mijn schouders zakken langzaam. Naarmate de dag voorbij glijdt en alle kinderen zich mengen in en voegen bij de andere, en wij ineens urenlang niets ’te doen’ hebben, wordt er volop koffie, thee en ietsje later, (niet heel veel later) wijn geschonken, een jaar aan gedoe bijgepraat, om een schepje oploskoffie of een nieuwe fles gevraagd, een snelle knuffel uitgewisseld, een kind getroost (van jou of een ander, soit); en wat heerst is dat het oké is. Dat het goed is zoals het is. Of jij nu successen boekt of keihard neergaat, twijfelt aan alles, het maakt niks uit. Het is zoals het is. De aanwezigheid van heel erg veel fijne mensen voelt als een hangmat… een vangnet…. een kampvuur. Of vriendschap.
*Foto door Esri Dierkx