Hoewel boek 01 nog in druk is ben ik al een tijdje bezig met boek 02. Ditmaal met een andere aanpak. Waar het eerste boek is ontstaan uit chaos, beginnen vanuit het niks en we zien wel waar het verhaal naar toe loopt, met eindeloos schaven, schuren en schrappen, tot gevolg is (tot nu) het tweede boek gestructureerder opgezet; de verhaallijn is deels uitgewerkt, de personages staan in de steigers.
In een notitieblokje beschrijf ik de karakters. Na een aantal schetsen irriteert er iets, ik weet niet wat. Ik lees het na.
‘Eduard is {beroep} en heeft het eigenlijk wel gezien op zijn werk.’ Hop, bam, de inhoud in, daar waar het om gaat.
Dan de volgende hoofdpersoon.
“Marga is een zelfstandige onafhankelijke vrouw’, waarna werk- en andere zaken volgen.
En dan zie ik het.
Daar waar het blijkbaar logisch is dat Eduard, de man, onafhankelijk en zelfstandig is (want dat benoem ik geen moment, nee, dat is logisch), is de introductie van de vrouw dat zij onafhankelijk en zelfstandig is. Dat wat bij de man als vanzelfsprekend wordt aangenomen moet bij de vrouw blijkbaar benoemd worden.
Mijn eigen bias, ik haat het als ik mezelf erop betrap.
In de komende karakterbeschrijvingen laat ik het weg. Bij m en v. Benieuwd wat dat gaat brengen.