Niet dat zij nieuw was, maar ik was al even niet geweest. Door stage bij een andere organisatie was ik bijna een half jaar weg bij ‘mijn’ afdeling bij Atlant.
Sommige bewoners waren er niet meer, andere waren nieuw. Zo ook een best wel jonge vrouw, tussen de 60 en de 70. Haar dementie was vergevorderd.
“Ze weet mijn naam niet meer” vertelde haar echtgenoot. Maar dat gaf niet, want hij merkte dat het gevoel tussen hun er nog wel was.
‘Gevoel blijft.’ zei ik. Toen ik dat zei begon ik te twijfelen. Wanneer houd je gevoel op? Wanneer voel je niet meer dat iemand vertrouwd is en dichtbij je staat? Wanneer voelt de aanwezigheid van je man, kind, geliefde, zus, vriend, niet meer als veilig en vertrouwd?
Vervaagt dat gevoel ooit?
Maar dat was nu niet aan de orde. Zijn vrouw woonde hier nu een paar maanden, vertelde hij. Daarvoor had hij meer dan 8 jaar voor haar gezorgd. Toen begon het, 8 jaar geleden. Net als bij haar moeder. Het begon op dezelfde leeftijd. Met dezelfde gedragsveranderingen. En toen ineens bij haarzelf.
‘Het was niet vol te houden. Mijn huis leek wel op een fort. Alles op slot. Maar het kon niet anders.’ Het was zijn huis; niet meer hun huis. En dat is een verlies. Dat je na 50 jaar samen qua gevoel steeds meer alleen komt te staan. Niet kunnen ontvangen maar ook steeds meer moeite om te geven.
‘In het begin kwam ik elke dag maar dat was niet vol te houden’ vertelde hij. En nu? ‘Als ik thuis ben maak ik me voortdurend zorgen. Hoe zou het met haar gaan? Zou ze wel goed eten?’
‘Ik ben liever hier dan thuis. Hier kan ik tenminste nog iets voor haar doen.
Maar datgene wat hij kon doen leek steeds minder te worden.
‘Ik had nooit gedacht haar niet meer te kunnen begrijpen’. Na 50 jaar samen alsnog uit elkaar drijven door dementie. Elkaar langzaam kwijtraken, en ook jezelf.
Hoe goed de verpleegkundigen ook voor mevrouw zorgen, het zal nooit in de buurt komen van wat haar man voor haar heeft gedaan. Wat we nog wel kunnen doen is ook voor hém zorgen. Vertellen hoe het met haar gaat, wat en hoe ze eet, wat ze meemaakt, of ze lacht of verdrietig lijkt. Wat wij denken dat ze nodig heeft en wat hij daarin kan betekenen.
Als zij het niet meer aan kan geven moeten wij als verpleegkundigen de stem van de bewoner zijn. De vertaalslag geven tussen haar wereld en zijn wereld. Om ergens daar tussenin de liefde weer tegen te komen.