Goed, Tossen dus
De dochter pakt het speelbord en de dobbelsteen.
‘ Ik tegen jou.’ zegt ze tegen niemand in het bijzonder.
Dan knikt ze de andere zijde van het bord toe.
‘Succes hoor! Maar eerst even tossen.’
Ze kijkt serieus. ‘Ik hoop dat ík win.’
Mijn dochter zit alleen op de bank, het speelbord op de leuning. Ze kijkt erbij of ze in de finale van een schaakpartij staat.
‘Ik gooi de dobbelsteen, wie het hoogst gooit wint. Oke?’
Ze ruimt de pionnen in, bemand het bord, maakt het veld.
‘Jij gooit als eerste oké?’
Niemand protesteert.
‘Oei, jij gooit een 4…’ Ze leeft oprecht mee met de 4-gooier.
“Nu ben ik.’
‘Jeeujh, ik heb 5, gelukkig, ik heb gewonnen!’
Ze triomfeert, glundert. En troost de overkant.
‘ Maar misschien gooi jij zo wel 6.’